BTW bij invoer
BTW bij Invoer en Artikel 23
BTW bij Invoer
Bij de invoer van goederen in veel landen, zoals binnen de Europese Unie, is niet alleen sprake van invoerrechten, maar ook van BTW (Belasting Toegevoegde Waarde) op import. Deze BTW wordt geheven over de waarde van de geïmporteerde goederen en is vergelijkbaar met de BTW die wordt geheven over goederen die binnen het land zelf worden verkocht. Het doel is om een gelijk speelveld te creëren voor binnenlandse en buitenlandse producten.
Hoe wordt BTW bij Invoer Berekenend?
De berekening van BTW bij invoer omvat doorgaans de volgende stappen:
- Waardering van de Goederen: De BTW wordt berekend over de totale waarde van de geïmporteerde goederen, inclusief de kosten van de goederen, verzendkosten, verzekering, en eventuele invoerrechten.
- Toepasselijk BTW-tarief: Het toepasselijke BTW-tarief hangt af van het type product en het land van invoer. Dit kan variëren van een verlaagd tarief voor bepaalde goederen tot een standaardtarief.
Artikel 23: BTW-Verleggingsregeling
In sommige landen, zoals Nederland, kunnen bedrijven die regelmatig goederen importeren een vergunning voor de BTW-verleggingsregeling aanvragen, bekend als ‘Artikel 23’.
- Voordelen van Artikel 23: Deze regeling stelt bedrijven in staat om de BTW over geïmporteerde goederen niet direct aan de grens te betalen, maar deze te verleggen naar de reguliere BTW-aangifte. Dit heeft als groot voordeel dat het de cashflow van het bedrijf ten goede komt: er hoeft niet direct bij invoer betaald te worden, maar pas bij de periodieke BTW-aangifte.
- Aanvraagproces: Om in aanmerking te komen voor een Artikel 23-vergunning, moet het bedrijf in het betreffende land gevestigd zijn en regelmatig goederen van buiten de Europese Unie invoeren. De aanvraag wordt ingediend bij de belastingdienst.
Belang van Artikel 23
Het belang van een Artikel 23-vergunning kan niet genoeg benadrukt worden voor bedrijven die veel importeren. Zonder deze vergunning moeten bedrijven de BTW direct bij invoer betalen, wat een aanzienlijke impact kan hebben op hun liquiditeit. Door het verleggen van deze belasting wordt de cashflow aanzienlijk verbeterd, aangezien de BTW pas betaald hoeft te worden wanneer de reguliere BTW-aangifte wordt gedaan. Dit kan een belangrijk voordeel zijn in de bedrijfsvoering, vooral voor kleinere bedrijven of bedrijven die met krappe marges werken.